Jacob Goossensz Nieuwpoort
- Gedoopt: 1614, Bleskensgraaf
- Huwelijk: Heijltje Corssen op 15 jan 1640/41 in Bleskensgraaf
- Overleden: 5 feb 1687/88 op 74-jarige leeftijd
Gegevens:
Vermelding: Mondig 2 juni 1639, mr.schoenmaker met een eigen winkel en leerlooier te Bleskensgraaf, Heilige -Geestmeester 1674/-1677, schepen/heemraad (1678-1687) van Bleskensgraaf, lidmaat, nieuw aangenomen Bleskensgraaf op Kerstdag 1676, diaken Bleskensgraaf en Hofwegen 1680. (Binnenwaard p.12) Jacob Goosensz. kocht op 27 februari 1675 van Arij Leendertsz. de Heck, 7morgen land aan de noordzijde achter de kerk.(N.A.O.R.A. Bleskensgraaf, inv. nr. 3) Op 27 december 1689 verklaarden Arij Leendertsz. de Heck, chirurgijn, en PieterWillemsz.Biesevelt, schipper, dat Arij een huis had gekocht uit de boedel van Willem Hendriksz. Biesevelt zaliger en dat het land vrij was van de jaarlijkse dijk- en watergelden en van de binnenlandse omslagen. Pieter, als zoon van Willem, bevestigde dit. (G.A.D.O.N.A.Dordrecht, inv. nr. 416)Blijkbaar was er een geschil ontstaan tussen Jacob en het gerecht van Bleskensgraaf, in casu de schout en heemraden en de gerechtsbode van Bleskensgraaf. Op 29 december 1689 gaf Jacob een procuratie aan de heer Coenraad Houttuin, procureur van de Hoge Raad en het Hof van Holland. Van groot belang voor het samenstellen van deze genealogie was de vondst van het testament van Jacob en Heijltje Corssen, dat zij op 2 maart 1694 maakten te Dordrecht. Hierin verwijzen zij naar een eerder testament, dat zij maakten voor notaris Adriaan van de Graef op 9 september 1644. De protocollen van deze notaris zijn helaas verloren gegaan. Tot erfgenamen benoemen zij hun kinderen Cors Jacobs en Lijsje Jacobs, die getrouwd en uitgezet zijn, Jannigje Jacobs, getrouwd, doch niet uitgezet en Goossen, Elisabeth, Joosje, Cornelis en Jan. Aan hun oudste zoon Goossen vermaakten zij het halve huis en het erf (de westelijke helft), en 4 morgen 300 roeden land in Gijbeland waar Goossen dan woont, met de looi, kuipen en het leer daarin zijnde en de schoenmakerswinkel; hij moet daarvoor aan Jannitge Jacobs 400 gulden betalen. Jannitge krijgt 1/3 van een weer land groot 10 morgen, gelegen in Blokland met het huis erop, gemeen zijnde met IJmert Goossens en Cornelis van der Wiel, haar oomen neef. Cors en Jan Jacobsz. krijgen de volgende percelen: 5 morgen 200 roeden land gelegen in Arijen Teunisz. Verhoeve weer en nog 1 morgen 300 roeden land in 't Backweer ten westen van de Rijsebrug, beiden op de noordzijde van Bleskensgraaf. De dochters Lijsje Jacobs, getrouwd met Teunis Jansz. Soete, en Joosje Jacobs krijgen samen 7 morgen 100 roeden land gelegen achter de kerk van Bleskensgraaf met het huis en de schuur daarop staande, alsmede 2 morgen 200 roeden land in de Langebroek onder Streefkerk, waarvoor zij elk 200 gulden in de boedel moeten inbrengen. Hun zoon Cornelis krijgt zijn portie in hun huis in Bleskensgraaf, waar zij wonen, met de looibakken, de schoenmakerswinkel, de geschrijnwerkte kast en enige percelen land liggende bij het huis. Aan hun dochter Elisabeth vermaakten zij 600 gulden. Van het geen overblijft erven slechts 7 kinderen. Goossen heeft zijn erfdeel al ontvangen. Verder zal hun dochter Joosje de kosten van het proces tegen Adriaan Groenevelt zelf moeten betalen. De kosten van de opvoeding van de dochter van Joosje, Adriana genaamd, worden Joosje kwijtgescholden.
Jacob trouwde met Heijltje Corssen, dochter van Levend en Levend, op 15 jan 1640/41 in Bleskensgraaf. (Heijltje Corssen werd geboren in 1618 in Bleskensgraaf, gedoopt op 12 okt 1672 in Giessen-Nieuwkerk en overleed op 28 jan 1697/98 in Bleskensgraaf.)
|