Eikelboom - Ouwerkerk
Ouwerkerk-van Broekhoven
|
|
|
|
|
|
Cornelis Pietersz VROEGH
(1668-na 1732) |
Cornelis Pietersz VROEGH 1
Gegevens: • Transport, 19 mei 1696. 2 :Arien Teunisz. van Ooijen, transporteert aan Cornelis Pietersz. Vroegh het benedenste verstrek van een huis te Herwijnen op het Kerkeneind, waarvan het bovenste vertrek toebehoorde aan Abram Ploos, met 3½ voet nieuwe inhaeg, waarvan de andere helft toebehoorde aan Willem Verploegh. Een deel van de kooppenningen werd door Cornelis Vroeg voldaan, de resterende 100 gulden zou in vier termijnen worden terugbetaald. • Hij was in 1725 betrokken bij een rechtszaak betreffende Rechtszaak. 3 In 1725 werd Cornelis Vroegh voor het Hof van Gelderland aangeklaagd door Pieter Boellaard, schepen in de bank van Tuil, vanwege 'krencking van sijne eer, goede naam en faam, reelijk en verbalijk of met werckenden woorden, door den gedaagde soude wesen aangedaan'. Pieter Boellaard eiste, dat Cornelis Vroegh 'voor desen Gerigte in de vierschare blootshoofts met gevouwe handen en geboge knien, verklarende die injurieuse dreijgementen en woorden Hem van herten leert te wesen, biddende aan eysch r om vergiffenis erkennende Hem voor een eerlijk man'. Verder diende Cornelis Vroegh 1000 gulden te betalen aan de eiser Pieter Boellaard ten behoeve van de armen en de kosten van het proces. Cornelis Vroegh werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. Aanleiding tot de verwikkelingen zal zijn geweest dat in de maand april van het jaar 1723 de dochter van Cornelis Vroegh, Flora Vroegh, dan woonachtig te 's-Gravenhage, beviel van een dochter. Voor Cornelis van Dansuoo, openbaar notaris in 's-Gravenhage, gaf zij te kennen dat daar van vader 'soude sijn d'Heer Pieter Boellaerdt'. Deze Pieter Boellaard (1683-1751), heer van Tuil, was sinds 21 september 1719 weduwnaar van Dorothea Beatrix van der Pijl. De verwikkelingen begonnen op 12 januari 1725 met Teunis en Pieter Cornelisz. Vroegh, zoons van Cornelis Vroegh. Teunis Vroegh had 's avonds op 12 januari 1725 voor het huis onder de vensters van de kelderkamer van Pieter Boellaardgeschoten. Na onderzoek van Pieter Boellaard over dit schieten zou Pieter Vroegh, met een 'blootmes' in de hand hem hebben toegeroepen: 'Mordieu of dedonder, dat hebbe ick gedaan, wat wilt gij daar van hebben, sta vast'. Op 15 april 1725 zou Cornelis Vroegh 'sijnen groten rouwen hont' op Pieter Boellaard hebben afgestuurd toen deze met 'sijn chaise tot Herwijnen van den dijck op sijnen dam aan sijn huijs reed'. De hond zou ook inderdaad zijn toegeschoten en hebben geblaft. Vervolgens zou • Zijn testament werd op 2 november 1732 ingeschreven. 4 Testament van Cornelis Pietersz. Vroegh, gesont naer den lichaeme ende sijn huijsvrouw Handerske Teunis van Herweijnen, sieck te bedde leggende, dogh haer verstand en memorie ten vollen magtigh. Wederzijds benoemden zij elkaar tot erfgenaam in hun gehele nalatenschap onder de restrictie dat het huis waar zij in wonen en het gene wat zich daar in bevind nooit mag vervallen of worden verkocht door de langstlevende. De drie nagelaten kinderen van hun overleden zoon Pieter Cornelisz. Vroegh zullen indien zij mondig zijn 10 gld. uit de boedel genieten Cornelis trouwde met Hendersken Teunissen VAN HERWIJNEN, dochter van Teunis Cornelisz VAN HERWIJNEN en Peterken ROELOFS. (Hendersken Teunissen VAN HERWIJNEN werd gedoopt op 16 februari 1668 in Herwijnen en overleed na 2 november 1732.) |
1 Vroegh, door HTM de Raad publ 1996.
2 R.A.G., Recht. Arch. bank van Tuil.
3 R.A.G., Recht. Arch. bank van Tuil 797, civiele procesdossiers.
4 R.A.G., Recht. Arch. bank van Tuil 1262 fol. 19.
Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst
Deze webpagina werd gemaakt op 25 sep 2012 met Legacy 7.5 van Millennia