Eikelboom - Ouwerkerk

Ouwerkerk-van Broekhoven

pijl pijl
Lambertus
Karel MARTEL
(0676-0741)
Rotrude VAN TRIER
(0690-0724)
Sigramus (Sigram), Graaf van Haspengauw
Landrada
(0695-0750)

Chrodegang VAN METZ
(0712-0766)

 

Gezin

Chrodegang VAN METZ

  • Geboren: 712
  • Overleden: 6 maart 766, Gorze op 54-jarige leeftijd
Afbeelding

opsommingsteken  Algemeen:

Chrodegang (ook Chrodegand of Rodegang) van Metz (ook van Gorze of St-Truiden), Frankrijk; 37e bisschop; † 766. Feestdag 6 maart.
Hij was verwant met Pepijn III en werd rond 712 geboren ergens in het Brabantse land, wellicht in of bij St-Truiden. Zijn ouders heetten Sigram en Landrada. Hij kreeg zijn opleiding in de abdij van St-Truiden. Nadien werd hij kanselier en vervolgens, in 737, eerste minister onder Karel Martel († 741). Aan het hof leidde hij een uiterst sober leven en had zorg voor weduwen en wezen. Na de dood van bisschop Sigebald († 741; feest 26 oktober), werd hij het jaar daarop benoemd tot zijn opvolger opde zetel van Metz. Maar Pepijn was juist zijn gestorven vader opgevolgd en wenste hem om zich heen te houden aan het hof. Chrodegang speelde het klaar om al zijn functies te combineren.
Hij wist een zeer delicate diplomatieke missie bij de Lombarden tot een goed einde te brengen. Daarbij zorgde hij ervoor dat paus Stefanus II († 757), die door de Lombarden in Rome in gijzeling werd gehouden, kon ontkomen en een tijdlang in het Frankische land een veilig heenkomen kon zoeken. Deze schonk hem uit dankbaarheid de titel van aartsbisschop en de volmacht om in heel Gallië bisschoppen te wijden.
Uiteindelijk keerde hij terug in zijn bisdom en zette zich meteen aan de nodige hervormingen onder de geestelijkheid. Hij schreef een regel voor geestelijken die als kanunniken samenwoonden in een communiteit. Om meer eenheid te krijgen in de liturgie introduceerde hij de Romeinse liturgie en de Latijnse gezangen in zijn bisdom, en daarmee in Noord-Europa. Hij stichtte de abdijen van St-Pierre te Metz, van Gorze (749) en van Lorsch (764).
In 765 was Chrodegang in Rome om relieken in ontvangst te nemen van de heilige martelaren Gorgonius, Nabor en Nazarius. Hij wilde ze respectievelijk aan de kloosters te Gorze, St-Avold (welke naam een verbastering is van Nabor!) en Lorsch ten geschenke geven. Op de terugweg overnachtte hij in het beroemde St-Mauritiusklooster van Sankt-Moritz en gaf zijn kostbare schat aan de monniken in bewaring. Maar de volgende morgen weigerden de monniken hem de relieken van Gorgonius terug te geven. Daaropzocht de bisschop steun bij Pepijn en kreeg van hem toestemming om ze desnoods met geweld op te eisen. Geen dreigement kon de monniken vermurwen. Tenslotte greep de heilige bisschop naar een breekijzer en begon voor de ogen van de verbijsterde monniken de reliekschrijn van Sint Mauritius open te breken om zich met diens relieken schadeloos te stellen. Toen gaven de monniken hun diefstal toe en Chrodegang kreeg zijn relieken terug.
Na zijn dood op 6 maart 766 werd hij bijgezet in 'zijn' abdij van Gorze.


Afbeelding



Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 25 sep 2012 met Legacy 7.5 van Millennia